De wolf en de zeven geitjes. Er was eens een oude geit die zeven jonge geitjes had en zij had ze lief zoals een moeder haar kinderen liefheeft. Op een dag wilde zij het bos ingaan om voedsel te halen: zij riep ze alle zeven bij elkaar en zei. De booswicht vermomt zich vaak, maar aan zijn rauwe stem en zijn zwarte poten kunnen jullie hem meteen herkennen. Het duurde niet lang of er klopte iemand aan de voordeur die riep: . Toen kwam hij terug, klopte aan de voordeur en riep: .
Ja, zo zijn de mensen. Nu stapte de booswicht voor de derde maal op de voordeur af, klopte aan en zei: !
Ergens in een tsarenrijk in een ver land, woonde eens een machtige tsaar: Demian. De twee oudsten heetten Pjotr en Vasili en de jongste, Ivan, was een eenvoudige, vrolijke en lieve jongen. AAP: De aap is uitermate geschikt voor allelei experimenten. Ze worden hiervoor gefokt in vele centra of in de bossen gevangen.
De heer van de dans India, 1976 door Jyoti Sahi De eerste hongerdoek uit de moderne tijd werd geschil-derd door de Indiase kunstenaar Jyoti Sahi. Hij is in 1944 in Pune geboren uit een Engelse katholieke moeder en een In-diase. Antidepressiva: de verschillende soorten en hun werking Een depressie is een psychische stoornis die men kan behandelen met zowel gesprekstherapie als medicatie. De meest voorgeschreven medicatie is het antidepressivum. Pieter Breughel de Oude, De Triomf van de Dood, 1562 . Engels wiegeliedje, dat in verband wordt gebracht met de uitbraak van de Zwarte Dood in. Bliksem boezemt heel wat mensen angst in. Het is natuurlijk aan te raden om tijdens een onweer binnenshuis te blijven. Maar we moeten ook relativeren. Een gewone dag in het verkeer is veel dodelijker dan een onweersdag. De kolonie werd bestuurd op basis van het Koloniale Charter (1908). De Belgische minister van Koloni Het sprookje komt in vele versies voor en is zeer oud. Van dit verhaal vinden we al reeds in een vereenvoudigde vorm in de Latijnse fabelverzameling van Romulus; vandaar kwam zij in talrijke middeleeuwse.
Zij schrokken en wilden zich verstoppen. Het ene geitje sprong onder de tafel, het tweede in het bed, het derde in de kachel, het vierde de keuken in, het vijfde in de kast, het zesde onder de waskom en het zevende in de kast van de hangklok. Maar de wolf vond ze allemaal en slokte zonder complimenten het ene na het andere door zijn keelgat. Alleen het jongste, dat in de kast van de klok zat, dat vond hij niet.
Toen de wolf zijn honger had gestild, maakte hij dat hij weg kwam, ging buiten in de groene wei onder een boom liggen en viel in slaap. Niet lang daarna kwam de oude geit weer terug uit het bos.
Ach, wat zij daar te zien kreeg! De voordeur stond wagenwijd open; tafel, stoelen en banken waren omvergegooid, de waskom lag in scherven, dekens en kussens waren uit het bed gerukt. Zij zocht haar kinderen maar zij waren nergens te vinden.
Zij riep ze bij hun naam, het ene na het andere, maar niemand antwoordde. Eindelijk, toen zij aan het jongste toe was, riep een zacht stemmetje: . Je kunt je wel voorstellen hoe zij om haar arme kinderen heeft gehuild.
Eindelijk liep zij in haar verdriet naar buiten en het jongste geitje liep met haar mee. Toen zij op de weide kwam lag de wolf daar onder een boom en snurkte dat de takken ervan trilden.
Zij bekeek hem van alle kanten en zag dat er in zijn opgezette buik iets bewoog en spartelde. O mijn God, dacht zij, zouden mijn arme kinderen, die hij als avondeten heeft opgeslokt, nog in leven zijn? Het geitje moest naar huis lopen en schaar, naald en draad halen. Toen knipte zij het ondier zijn pens open en nauwelijks had zij een knip gedaan, of een geitje stak zijn kop al naar buiten en toen zij verder knipte sprongen zij alle zes na elkaar eruit en zij waren allen nog in leven en hadden zelfs geen schram opgelopen, want het monster had ze in zijn gulzigheid h. Dat was me een vreugde!
Zij omhelsden hun lieve moeder en sprongen als een kleermaker die bruiloft viert. Maar de oude geit zei. Toen naaide de oude hem zo vlug weer dicht dat hij er niets van merkte en niet eens bewoog. Toen de wolf eindelijk uitgeslapen was, kwam hij overeind en omdat de stenen in zijn maag hem een geweldige dorst bezorgden, wilde hij naar een bron om te drinken.
Maar toen hij zich in beweging zette en daarbij van de ene kant naar de andere liep te slingeren, stootten de keien in zijn buik rammelend tegen elkaar. Toen riep hij uit. Een moeder waarschuwt haar kinderen om voorzichtig te zijn als zij weg is. De kinderen doen wat ze vraagt, maar kunnen niet op tegen de sluwheid van een hongerige wolf. Lees het verhaal. Uit de Mainstreek. Het sprookje komt in vele versies voor en is zeer oud.
Van dit verhaal vinden we al reeds in een vereenvoudigde vorm in de Latijnse fabelverzameling van Romulus; vandaar kwam zij in talrijke middeleeuwse fabelboeken en zo tenslotte ook in de volksoverlevering. De Fenriswolf is in de Noorse sagenwereld het beeld voor het boze. Hij verslindt zelfs de goden en wordt door de zwijgzame Widar tenslotte overwonnen, doordat hij een speer in de muil van het ondier steekt. De macht van de Fenriswolf is de leugen.
In dit sprookje liegt de wolf en komt zo het huisje binnen. Zeven witte geitjes: het getal zeven komt in veel sprookjes voor, vgl.
Het getal 7 heeft te maken met de 7 planeten, het getal 1. Volgens sommigen heeft de klok die tikt, te maken met het hart dat tikt. In sommige versies versteent de wolf, een beeld dat ook voorkomt in De trouwe Johannes, De twee broers en Jorinde en Joringel. Vgl. Ook bestaat er een 'Marokkaanse versie' van dit sprookje, zie De geit Boernia. De oorsprong van dit verhaal is erg onzeker, maar een latere notitie en het feit dat Jacob Grimm het sprookje optekende laten vermoeden dat zij het via de familie Hassenpflug uit Hanau hebben leren kennen.
Ook de Franse versjes die in de handschriftversie voorkomen wijzen in de richting van deze familie, die van hugenootse afkomst was. In de marge werd door Wilhelm een variant uit Pommeren genoteerd, die hij had gehoord van de actrice Henriette Hendel- Sch. Volgens die variant gaat de wolf de tweede keer niet onmiddellijk naar de molenaar, maar eerst naar de bakker om zijn poot met deeg te laten bestrijken, zodat het meel beter zou blijven kleven. In de randnotities wordt ook op twee literaire parallellen gewezen: een middeleeuwse fabel van Ulrich Boner (nr.
Hieronder de tekst zoals gevonden in het . Al gauw kwam de wolf voor het huisje en zei: ! Ik ben jullie moeder en ik ben terug thuis. Jij bent de wolf en niet onze moeder. Dat at hij op om zijn stem fijner te maken.
Daarna ging hij weer tot voor de hut en riep met heldere stem: . Daarom kom je er ook niet in, want jij bent de wolf.! Maar toen ze de wolf in de gaten kregen, verstopten ze zich zo goed ze konden: . Toch vond de wolf ze allemaal, behalve het jongste in de klok, en hij slokte ze begerig op.
Toen hij weggegaan en de moeder teruggekeerd was, sprong het jongste geitje uit de klok en vertelde alles. Omdat hij zich zo vol gevreten had, ging de wolf naar een groene weide, ging in de zon liggen en viel in een diepe slaap.
Toen zei de moeder haar jongste kind schaar, naald en garen te halen en ze sneden de dikke buik van de wolf open, en daaruit sprongen de zes broertjes en zusjes nog ongedeerd, want de wolf had ze heel naar binnen geslokt. Daarna haalden ze dikke stenen en vulden daarmee het lijf van de wolf, en naaiden dat daarna weer dicht. Toen de wolf uitgeslapen was, had hij een drukkend gevoel in zijn lijf en zei: . Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1.